Wat is nieuw

Bekijk de nieuwste functies en productupdates in Uptrends
Bekijk de API changelog en gerapporteerde problemen in de Incidenten log.

Dien een functieverzoek in

UPDATE

MRT. 2025

#Updates API-gebruikersoverzicht

Het API-gebruikersoverzicht toont nu het aantal verzoeken voor elke API-gebruiker in de afgelopen 30 dagen. Hiermee kunt u zien welke API-gebruikers actief zijn en welke API’s vaak worden gebruikt.

API-verzoeken in de afgelopen 30 dagen

UPDATE

MRT. 2025

#Nieuwe scriptingmethodes zijn nu beschikbaar in Multi-step API (MSA)-controleregels

De volgende scriptingmethodes kunnen nu worden gebruikt in de tabbladen Pre-request en Post-response scripting van Multi-step API (MSA)-controleregels:

  • ut.crypto.cert.parseCrl(bytes) — parseert een certificaatintrekkingslijst en retourneert de metadata.
  • ut.crypto.md5(value) — genereert een MD5-hash van de opgegeven waarde.
  • ut.crypto.sha1(value) — genereert een SHA-1-hash van de opgegeven waarde.
  • ut.crypto.sha256(value) — genereert een SHA-256-hash van de opgegeven waarde.
  • ut.crypto.sha512(value) — genereert een SHA-512-hash van de opgegeven waarde.
  • ut.response.bytes — retourneert een byte-array met de response body. Responses zijn beperkt tot 100 MB.

Houd er rekening mee dat ut.response.bytes alleen beschikbaar is in het tabblad Post-response van uw MSA-controleregel. Met de scriptingmethodes voor het genereren van MD5- en SHA-hashes kunt u waarden veilig opslaan en verzenden, waardoor gegevensbescherming door hashing wordt gewaarborgd.

UPDATE

FEB. 2025

#Introductie van het API-gebruikersoverzicht

Het API-gebruikersoverzicht is nu beschikbaar in de Gebruikersbeheer hub. Dit overzicht bevat alle API-informatie van uw operators naast de bestaande API-informatie van individuele operators op het tabblad API-monitoring verkennen:

Als u in de Gebruikersbeheer hub op de knop Alle API-gebruikers bekijken klikt, wordt de nieuwe overzichtspagina geopend. Hier kunt u de volgende informatie gemakkelijk bekijken en sorteren:

  • Operator – de volledige naam van de operator die de API gebruikt
  • Gebruikersnaam – een alfanumerieke tekenreeks die de API-gebruikersnaam vertegenwoordigt
  • Type – het API-type of waar de API is gebruikt (Generic - het meest voorkomende API-type, Mobile App, Transaction Recorder, Grafana)
  • Gemaakt op – de periode waarin de API is gemaakt
  • Laatst gebruikt – de periode waarin de API voor het laatst is gebruikt (minuten, dagen of Nog niet gebruikt)
  • Omschrijving – een tekst die beschrijft of uitlegt waarvoor de API wordt gebruikt
  • Verwijderen – een knop waarmee u een specifieke API-gebruiker kunt verwijderen
API-gebruikersoverzicht

UPDATE

FEB. 2025

#Introductie nieuwe alertingvariabelen

De volgende alertingvariabelen zijn nu beschikbaar voor gebruik:

  • @alert.numberOfConsecutiveErrors – bevat het totale aantal opeenvolgende fouten (bevestigde fouten) van de alert. Dit retourneert 2 wanneer de API-respons {"numberOfConsecutiveErrors": "2"} is.
  • @alert.checkpointName – bevat de naam of locatie van het controlestation waar de alert voor het laatst is gecontroleerd. Deze retourneert Ghent, Belgium wanneer de API-respons {"checkpointName": "Ghent, Belgium"} is.
  • @alert.responseHeaders – bevat de responsheaders van de alert in sleutel-waardeparen. Deze retourneert bijvoorbeeld {"Content-Type": "text/html"} vanuit de API-responsheader, vergelijkbaar met hoe de waarden worden geretourneerd voor @alert.responseBody.

Merk op dat de waarde van de @alert.responseHeaders leeg kan zijn als Gegevensbescherming persoonlijke locatie is ingeschakeld op een persoonlijke controlestationlocatie die de alertcheck uitvoert. Zie Systeemvariabelen voor alerting voor meer informatie.

UPDATE

FEB. 2025

#Extra condities voor Controleer de URL's die door de pagina worden ingeladen

De conditie Controleer de URL’s die door de pagina worden ingeladen is een foutconditie die controleert of specifieke pagina-elementen op uw website worden geladen. Deze pagina-elementen zijn de URL’s die worden weergegeven in uw Watervalgrafiek, waaronder afbeeldingen, bestanden en andere websiteresources.

Met deze foutconditie kunt u nu extra criteria instellen voor het controleren van de statistieken van elk pagina-element. Door op de nieuwe knop +Extra conditie toevoegen te klikken, kunt u nu de responsgrootte van het pagina-element in bytes (B), de totale tijd in milliseconden (ms) en de statuscode opgeven:

Als u fouten wilt krijgen wanneer uw afbeelding langer dan 2 seconden laadt of als een bestand resulteert in een statuscode hoger dan 400, kunt u specifieke criteria voor elk toevoegen.

De conditie Controleer de URL’s die door de pagina worden ingeladen, is beschikbaar voor Browser- of Full Page Check-controleregels en Transactiecontroleregels. Let op: bij transactiecontroleregels moet u de optie Waterval in een stap selecteren om de aanvullende condities in te stellen.

Extra condities voor Controleer de URL’s die door de pagina worden ingeladen
Door deze website te gebruiken, stemt u in met het gebruik van cookies in overeenstemming met ons Cookiebeleid.