Als u net begint met alerting, raden we u aan Alerting te lezen voor een overzicht van hoe alerting werkt.
Een controleregel genereert een fout wanneer deze aan een foutconditie voldoet. Als een controleregel meerdere fouten rapporteert en een reeks van fouten over een bepaalde periode creëert, wordt er een alert geactiveerd.
U kunt alertdefinities gebruiken om te specificeren hoe alerts worden verzonden en wie ze ontvangt, afhankelijk van de escalatieniveaus. U kunt alertberichten op verschillende manieren ontvangen: via e-mail, sms, Slack en andere systemen van derden.
Overzicht alertdefinities
De Alertdefinities toont een samenvattende tabel waarin al uw alertdefinities en hun configuratie op één plek te zien zijn.
U kunt de alertdefinitie-instellingen eenvoudig visualiseren en controleren, waaronder:
- Filter op alertdefinitienaam of controleregelnaam — sorteert het dashboard op naam van alertdefinitie of controleregelnaam.
- Naam - specificeert de naam van uw alertdefinitieset-up.
- Actieve escalatieniveaus - specificeert het aantal actieve of ingeschakelde escalatieniveaus. Momenteel is het minimum aantal escalatieniveaus 0 en het maximum 3. Alle inactieve escalatieniveaus genereren geen alerts.
- Actief - specificeert de status van uw alertdefinitie. U ziet Ja als de alertdefinitie actief is, anders ziet u Nee.
Alle Uptrends-dashboards kunnen worden geëxporteerd voor betere monitoringinzichten en toekomstige raadpleging. In dit artikel vindt u het stapsgewijze proces voor het exporteren van uw dashboards.
Zodra u uw data succesvol in het gewenste formaat heeft geëxporteerd, ziet u extra kolommen, zoals:
- Controleregels — specificeert welke controleregels de alertdefinitie gebruiken.
- Controleregelgroepen — specificeert welke controleregelgroepen de alertdefinitie gebruiken.
- Is de alertdefinitie actief? — toont Ja als de alertdefinitie ingeschakeld en actief is, anders Nee.
- Is het escalatieniveau n actief? — toont Ja als het escalatieniveau ingeschakeld en actief is, anders Nee.
- Operators voor escalatieniveau n — specificeert welke operators zijn toegewezen voor elk escalatieniveau.
- Operatorgroepen voor escalatieniveau n — specificeert welke operatorgroepen zijn toegewezen voor elk escalatieniveau.
- Integraties voor escalatieniveau n — specificeert het type integratie of op welk platform u uw alerts voor elk escalatieniveau zal ontvangen. Integraties kunnen zijn: Alerting via e-mail, Alerting via SMS, Alerting via telefoon of aanpasbare integraties.